14 Augustus 2009

Laten we beginnen

1. Hoe doe je wat ik heb gedaan? Er zijn geen wetten voor, er zijn geen regels voor, je moet alles totaal op je gevoel doen. Ik volg niet de lijnen van het door normen geregelde leven.
Maar ik heb een vader, een moeder, een zusje. En er is een bestaan geweest na mijn geboorte, ik begrijp er niets van.

Ik ben net 46 geworden. Dat is net zoiets als 27 worden, of 38, of 67, of 81. Het is niets, het is een vervolg op het pad dat onvermijdelijk leidt tot dat wat alle angst veroorzaakt.
In alles wat ik doe, besluit en onderneem ben ik een jongetje van acht dat in bomen klimt en hutten bouwt om zichzelf te beschermen.

Ik ben erop uitgekomen dat ik het liefst mijn eigen kleren zou weven, mijn eigen water uit de rivier zou halen en zelf het gedierte zou doden en de planten in mijn mand zou doen om mij te voeden — pas als je volledig van jezelf kunt uitgaan ben je in staat van een ander te houden. Moet je daarvoor 46 worden? Nee, daarvoor moet je duivels uitdrijven en de Graal herkennen die zich bevond in het kasteel dat de volgende dag verdwenen is zoals dierbare doden verdwenen zijn tegen jouw wil.

En er is er een van wie ik houd.

2. Er is een videoband van mijn vader. Ik heb die nooit gezien, een keer gezien. Hij mocht voor de Avro-televisie zijn droom verbeelden, en hij koos voor een begrafenis, een neolithische begrafenis. Hijzelf liep naar de grafheuvel in Leersum in het bos in ons bos die hij zelf had ontdekt, dat was goed, toen was hij trots. Niet vanwege die Avro-mensen maar omdat hij het zelf was. Ik heb dat begrepen. Eronder, onder dat filmpje, stond het requiem van Mozart. Dat heb ik ook begrepen. Ik denk niet dat hij dat heeft uitgekozen. Die videoband ligt onaangeroerd in de kamer waar hij zijn laatste nacht heeft doorgebracht. Z'n horloge staat op tien over negen. Het lukt me niet om het te vergeten. Ik vergeet niets, jij ook niet. Thom Yorke vindt dit het mooiste nummer dat hij heeft gemaakt. Ik ben het sowieso al eens met die man.

Iedereen schrijft maar boeken alsof het niks is.

3.