20 Mei 2013

Maigret en de zaak van de vermiste broertjes

In 1957 publiceerde Georges Simenon Maigret s'amuse, onder de titel Maigret Incognito in het Nederlands vertaald door Halbo C. Kool – die in mei ’68 in staat van ontbinding werd aangetroffen op een doodlopend landweggetje, tussen twee plassen in een weidegebied, en zelfmoord bleek te hebben gepleegd door een overdosis slaapmiddelen in te nemen.
In Simenons policier wordt de wereldberoemde commissaris (sinds 1931 waren er al tientallen Maigrets verschenen) door zijn artsen aangeraden het wat kalmer aan te doen en met vakantie te gaan. Maigret volgt de raad op – althans, hij neemt vrijaf en zegt dat hij op vakantie gaat naar Les Sables d'Olonne, een toeristenplaatsje in de Vendée, aan de Atlantische kust. Maar in werkelijkheid blijft Maigret in Parijs, waar hij op terrassen koffie drinkt, de kranten doorneemt en wandelingen maakt met zijn vrouw. Op zekere dag wordt zijn aandacht getrokken door een krantenbericht over een moordzaak op de Boulevard Hausmann, een kwestie die met mysteries omgeven blijkt. In een kast in een artsenwoning is het dode lichaam van een naakte vrouw aangetroffen. De raadselachtigheid neemt toe naarmate er meer aanwijzingen en feiten bekend worden. Gedreven door nieuwsgierigheid en met groeiende ergernis stelt Maigret vast hoe inspecteur Janvier, zijn medewerker en tijdelijk plaatsvervanger, de zaak vanaf het begin verkeerd aanpakt: hij jaagt de pers tegen zich in het harnas en richt zich niet op de details die van belang zijn.
Dagelijks leest Maigret de verslagen in de ochtend-, middag- en avondedities van de kranten en tracht het mysterie te doorgronden. Geamuseerd beluistert hij de reacties van de mensen op straat en ontdekt hoe het publiek – waar hij nu immers ook deel van uitmaakt – een grote moordzaak ervaart. Elk nieuw detail wordt in de kranten breed uitgemeten, de verledens van mogelijke daders en het slachtoffer worden minutieus onder de loep genomen.
Maigret stelt op zeker moment tot zijn verbazing vast dat de informatie die het publiek tot zich kan nemen, nauwelijks verschilt van de gegevens die de politie ter beschikking staan. Om de zaak te doorgronden maakt hij gebruik van zijn beproefde methode-Maigret: het psychologisch analyseren van de betrokkenen en slechts de ter zake dienende feiten in dienst stellen van die analyse. Ten langen leste besluit hij te doen wat hij eigenlijk zou moeten laten: door het sturen van anonieme briefjes – iets wat honderden betrokken Parijzenaars bij elke grote zaak doen – probeert hij zijn inspecteur op het juiste spoor te zetten.
‘Waarom, voor de drommel, was zij naakt ?’
‘In uw plaats zou ik naar Concarneau gaan.’
Gestuurd door Maigrets briefjes weet Janvier zijn eerste grote zaak ten slotte op te lossen. Dat hij er daarbij wel degelijk van op de hoogte was dat Maigret hem de briefjes stuurde, blijkt uit de laatste twee woorden van het boek: ‘Merci chef.’
In de zaak van de twee vermiste broertjes Ruben en Julian uit Zeist zien we een ontwikkeling zoals die in de roman van Simenon beschreven staat. Publiek en journaille beschikken over vrijwel alle beschikbare gegevens – locaties, bewegingen, tijden, auto’s, kleding, attributen, betrokkenen. Door middel van berichten op Twitteraccounts (zie de mentions op bijvoorbeeld @PolitieUtrecht en @JulianRubenNL), op Facebookpagina’s en in de reactiepanelen van websites leeft het massaal rechercherende publiek zich naar believen uit.

Maar de enige die in dit Nederlandse verhaal ontbreekt, is commissaris Maigret.