Als je verliefd bent denk je dat je de hele wereld aan kunt. Dat is niet zo. Wat je probeert is vooruit te denken, maar het lukt niet: je gaat achteruitdenken. Want je bent een jongetje van acht geworden, en je denkt aan de meisjes op wie je toen verliefd werd. Waarom werd je toen verliefd? Om de hel te vergeten waarmee je was omringd als je niet verliefd was. Verliefd zijn was vluchten.
Het is oktober, en nu echt. Het is herfst. Er sterft van alles. Maar mijn liefde is geen vluchten meer, en dus ga ik vechten tot ik erbij neer val.