16 November 2003

Ça ne vous regarde pas (1)

Uit een brief aan Marius van de Stolpe d.d. 13 september 1994
Dinsdag 13 sept., middag — Mitterrand loopt op zijn eind. De afgelopen dagen was hij door zijn volk — en dan vooral het in dag- en weekbladen schrijvende gedeelte daarvan — lastiggevallen met aanmatigende veronderstellingen over zijn oorlogsverleden en zijn tanende gezondheid. Gisteren moest hij in een interview zijn vriendschap met een zekere René Bousquet verantwoorden — René had zich tijdens de oorlog niet netjes gedragen, hij was als politiechef van het Vichy-regime verantwoordelijk geweest voor de deportatie van duizenden Franse joden — en bovendien moest François zijn volk informeren over zijn prostaatkanker. De journalisten hebben de indruk dat hij zijn werk niet meer goed kan doen.
Zijn stem is anders nu, zijn gelaatskleur is grauw en doorzichtig, ondanks de schmink. De journalist met wie hij gisteren sprak, vroeg hem: 'Hebt u elke dag pijn? Hebt u elk moment van de dag pijn.' Waarop Mitterrand antwoordde: 'Ça ne vous regarde pas.' Dit werd door NOS-teletekst vertaald met de woorden: 'Dat ziet u niet aan mij.' (Vraag aan de vertaler van NOS-teletekst: 'Hebt u vroeger Frans op school gehad?' 'Ja, maar dat ziet u niet aan mijn vertalingen.')

Terug naar de grijze J.C.-Bloemzondagmiddag van 16 november 2003. Noot van Ellingmann: morgen verschijnt deel 2 van 'Ça ne vous regarde pas', waarin ik u aan het werk zal zetten.