10 Maart 2008

Cruijff

Toen Cruijff — ik mag Cruijff zeggen — nog een kleine jongen was, ging hij af en toe 's nachts naar de keuken en begon hij met zijn vader te praten, zo gaan de verhalen. 's Nachts naar de keuken. Zijn vader was allang dood. Dat hij met die man praatte, maakt hem voor mij de man. Niet iets anders. Ik praat af en toe 's nachts met mijn moeder, maar ze is er nog. Dat is een groot verschil. Ik wou wel dat hij dit las.

We praten drie keer per dag. Cathelijne begreep er niets van!

Ik praat ook wel eens met mijn dode vader, maar dan zijn we altijd in Frankrijk, in Les Eyzies, in een hotelkamer. Daar heb ik de waarheid gehoord. Als je ooit de waarheid hebt gehoord ben je beter in staat de waarheid door te geven. De waarheid is ongelooflijk. Als je dat begrijpt en hebt ingeademd kun je beginnen met romanschrijven. Alles moet meezitten. En de getuigen moeten dood zijn.

Nou ja, ik ben hier dan, als we die gesprekken voeren.