03 Oktober 2009

Onbegrijpelijke rampen

Dat ik nu gelukkig ben, betekent niet dat ik me het ongeluk van vroeger niet herinner of dat ik niet besef dat onbegrijpelijke rampen mij binnenkort zullen gaan treffen, want dat gaan ze doen.

Dit is zo'n zin die tussen twee flinke alinea's moet staan, in een hoofdstuk van een boek dat feitelijk als af is. — Maar ik heb geen tijd voor die alinea's. Excuus daarvoor. Ik maak geen tijd voor die alinea's.

Elke dag heb ik zinnen in mijn hoofd, net als jij. Bij mij lopen die zinnen allemaal één boek in, — dat boek dat nooit wordt geschreven. Jouw boek is net zo belangrijk als het mijne, of je het nu hebt geschreven of niet. Wat heeft jouw boek opgeleverd? Evenveel toch als een zelfgetimmerde hoekkast? Als een vuilniszak die je op straat hebt gezet? Een kat die je in een met bakstenen verzwaarde vuilniszak in het kanaal hebt laten glijden.

Wat zijn de mooiste boeken? Boeken waarin staat dat boeken er in feite niet toe doen. Zelfs dat boeken er niet toe doen en iets anders ook niet, hoeft niet in een boek te staan want het heeft er al in gestaan.

De afgelopen vijftien jaar heb ik alleen maar boeken vertaald, en de enige boeken die ik heb gelezen zijn geschreven door Georges Simenon. Ik voel mij thuis in die boeken, meer is het niet. Het is niet dat die man zo geweldig kan schrijven — hoewel hij dat wel kan. Hij heeft geoefend, tientallen, honderden pulpromans lang, totdat hij zijn toon gevonden had. Schrijvers moeten hun toon vinden, net als muzikanten. Je kunt als schrijver je toon vinden zonder te publiceren.

Maar is het niet veel verstandiger iets van je leven te maken, naar de mensen te kijken, zoals chimpansees naar elkaar kijken, en dat schrijven te beschouwen als een domme hobby in plaats van als een levensdoel? Dat je op een fatsoenlijke manier meer dan twee woorden zonder spelfouten achter elkaar kunt schrijven is nog geen reden om het volk lastig te vallen met je egocentrische gezever. Want er is, op een enkeling na, geen schrijver die een zinvol boek heeft geschreven dat in feite niet over hem- of haarzelf ging. En zelfs die enkelingen zijn te doorzien. Hun boeken zijn broodjes hamburger, of op zijn best goede Italiaanse maaltijden. What the fuck.

De boekdrukkunst is uitgevonden om de Bijbel onder het volk te verspreiden, en nergens anders voor.

De enige goede reden om je boek te laten publiceren is de overtuiging dat je een boek hebt gemaakt dat de zeggingskracht van de Bijbel kan overtreffen. Als je goed nadenkt begrijp je dat dit niet alleen waar is in ethisch en cultuurfilosofisch opzicht, maar ook in commercieel opzicht. Is onze wereld ondenkbaar zonder boekhandels vol onbelangrijke boeken? Nee. Is onze wereld ondenkbaar zonder overbodige inzichten van al even overbodige denkers? Nee.

Boeken zouden de wereld moeten vormen of veranderen. Maar dat is niet zo. Het zijn andere grootheden die onze wereld veranderen. Het zijn jouw en mijn rampen die onze wereld veranderen. Als jouw vader doodgaat, verandert jouw wereld. Maar als jij een boek leest over iemand die zijn vader kwijtraakt, is dat vertier, verpozen, en tijdverdrijf.

Zelfs onbegrijpelijke rampen zijn niet in een roman vast te leggen.